Energietransitie in de leasewereld: maken tankpassen binnenkort plaats voor laadpassen?
De energietransitie is in volle gang, ook in de wereld van zakelijk leasen. Steeds meer bedrijven schakelen over op elektrisch rijden. Moeten deze bedrijven hun tankpassen voor diesel en benzine straks inleveren, of gaat de overstap van fossiel naar groen soepeler? Hieronder lees je hoe de energietransitie verloopt in de leasewereld.
Het gemak van de tankpas
Vroeger betekende zakelijk leasen voor werkgevers en werknemers het moeizaam verzamelen van tankbonnetjes voor declaraties. De tankpas heeft deze administratieve rompslomp weggenomen. Gebruikers kunnen eenvoudig tanken bij talloze stations en ontvangen automatisch een overzichtelijk maandrapport. Dit maakt de administratie makkelijker en laat zien hoe vaak er wordt getankt en waar geld bespaard kan worden door slimmer te rijden.
Van diesel en benzine naar laadpalen
De traditionele tankpas verandert mee met de groeiende populariteit van elektrische voertuigen. Moderne tankpassen kunnen nu zowel voor fossiele brandstoffen als voor het opladen van EV’s worden gebruikt. Zo schakelen bedrijven soepel over naar elektrisch rijden.
Bij een aanbieder als Fleetcor hebben gebruikers bijvoorbeeld toegang tot meer dan 26.000 tankstations en 850.000 laadpunten in Europa. Zo kunnen ondernemers één pas gebruiken voor hun gehele wagenpark. Dit maakt het mogelijk om een hybride periode te overbruggen. Het wagenpark wordt in die periode langzaamaan vervangen: eerst de stadswagens door elektrische alternatieven, daarna volgen voertuigen voor een langere afstand, zodra de actieradius en laadsnelheid van deze wagens verder verbeteren.
Door alle transacties op één overzichtelijke maandfactuur te bundelen, behouden bedrijven het overzicht over zowel tank- als laadkosten tijdens deze overgangsperiode.
De rol van werkgevers bij de energietransitie
De werkgever speelt een cruciale rol in de energietransitie op het werk. Allereerst hakt deze natuurlijk de knoop door voor welke leasewagens er gekozen wordt. Daarnaast zorgt de werkgever voor zaken als werkplekladingen, laadpalen voor thuis om thuis de auto van de zaak op te laden en verschillende vergoedingsregelingen.
Werkgevers moeten bij hun keuze voor een bepaald type auto rekening houden met de rijafstanden van medewerkers, de beschikbaarheid van laadinfrastructuur en de wensen van de werknemers.
Werkgevers zijn niet verplicht thuislaadpalen te installeren en de kosten komen vaak volledig voor rekening van de werknemer. Bovendien is het lastig om thuis zakelijke en privélaadkosten te scheiden. Sommige aanbieders bieden daarom laadpassen met zowel zakelijke als privéfuncties.
Maar als werkgevers laadpassen en laadpalen op kantoor aanbieden, wordt de thuislaadpaal vooral voor privé gebruikt. Deze aanpak zorgt voor een natuurlijke scheiding tussen zakelijke en privélaadkosten zonder complexe administratie.
Subsidies en aftrekposten voor elektrisch rijden
Werkgevers die overstappen van benzine en diesel naar elektrisch hebben niet alleen de ondersteuning van handige tankpassen die toegang bieden tot heel veel openbare laadpalen in heel Nederland, en Europa. Werkgevers en ondernemers kunnen ook gebruikmaken van verschillende subsidies om elektrisch laden en rijden mogelijk te maken.
Een belangrijke regeling is de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven (SPRILA). Via SPRILA kunnen bedrijven subsidie krijgen voor laadstations op hun eigen terrein. Het bedrijf moet wel bij de KvK staan ingeschreven en de laadpalen moeten snel genoeg zijn (vanaf 11 of 20 kW).
De gesubsidieerde laadpunten moeten voor een periode van minimaal 24 maanden na toekenning privé blijven en niet publiek toegankelijk worden gemaakt. Per locatie kunnen werknemers elk jaar slechts één aanvraag doen. Hierbij moet het subsidiebedrag minimaal 2500 euro zijn. Het staatssteunpercentage is wel beperkt tot 40% voor mkb-bedrijven en 20% voor grotere ondernemingen.
Sinds dit jaar kunnen ondernemers en werkgevers overigens de Milieu-investeringsaftrek (MIA) niet meer combineren met deze SPRILA-subsidie, op enkele uitzonderingen na. De MIA is een regeling waarbij bedrijven tot 45% van de investeringskosten kunnen aftrekken van hun winst.
De toekomst van elektrisch rijden in Nederland
Elektrisch rijden heeft de toekomst. Vanaf 2035 plant de overheid geen brandstofauto’s meer in de verkoop te hebben. Wie dan een nieuwe auto wil, moet dus elektrisch kopen. Intussen blijven veel subsidieregels voor elektrisch rijden bestaan, maar sommige daarvan worden de laatste jaren veranderd of afgebouwd.
Omdat bedrijven toch graag willen vergroenen is de kans klein dat dit roet in het eten gooit van de energietransitie in de leasewereld. Samen met de makkelijke overgang van betalen met je tankpas voor laadpalen, zal de transitie zich de komende jaren alleen maar versnellen.